Streksprong in minitrampoline
Oefenstof op het inspringen

SPEL: 'Met 1 of 2 voeten'

Insprong vertrekkend van op lage plint/blok (minitrampoline plat of hoogste kant aan plint/blok) op 1 been, 2de been gestrekt naar voor.

Idem oefening 2 maar enkele stappen gaan de insprong vooraf

Insprong oefenen met een matje/”zee” voor de tramp om afstand uit te lokken

Insprong oefenen met springplank voor de trampoline om het hoogteverschil tot de trampoline te verkleinen
Oefenstof op de streksprong

Kleine sprongetjes in de trampoline met steun aan sportraam/plint of met ondersteuning handen partner/trainers

Met de rug tegen de muur of in lig de beweging van de streksprong simuleren

Streksprongen ter plaatse op dubbele mini/maxi met de armen laag of in de zij (spanning bekken)

Idem oefening 8 maar met armbeweging

Hoogte leren maken door streksprong te laten uitvoeren tot op een mattenberg

Springen naar een doel (toversnoer, bal)
Oefenstof op de landing

Vanop een lage plint streksprong tot in vb. binnenband tractor, handen mogen de band niet raken

SPEL: in 3 minuten met de volledige groep zoveel mogelijk punten proberen te verzamelen, elke streksprong met stabiele landing = 1 punt

Landing inoefenen door van verschillende verhoogjes te springen (tot heuphoogte gymnasten)